BTW

Aftrek btw op overgenomen winkelinventaris ten onrechte geweigerd

Een bv exploiteert een telefoonwinkel. Zij sluit contracten tussen klanten en providers van telecomdiensten en verkoopt mobiele telefoons, tablets, laptops en accessoires. De bv neemt de winkelinventaris over tegen een contante betaling van € 90.750, inclusief € 15.750 btw. De betaling financiert zij uit de opbrengst van twee grote feesten die zij had georganiseerd. De bv trekt de btw af, maar de inspecteur weigert de aftrek. Hij vindt de contante betaling dubieus en betwijfelt of er wel een winkelinventaris is overgenomen. Ook zouden de overdragende bv geen beschikkingsmacht hebben over de geleverde inventaris. Wat oordeelt het hof?

Hof Den Haag oordeelt dat de bv aannemelijk heeft gemaakt dat er inventaris is aangekocht. De volgende omstandigheden leiden tot deze conclusie:

  • de bv drijft een onderneming, waarvoor zij een inventaris nodig heeft;
  • de controleambtenaar heeft de inventaris in de winkel gezien;
  • de bv overlegt een factuur van de overdragende bv voor de overname van de inventaris voor het aangegeven bedrag, inclusief btw.

Beschikkingsmacht en opbrengst feesten
Dat de overdragende bv mogelijk niet de beschikkingsmacht zou hebben over de verkochte inventaris, kan de bv niet worden tegengeworpen. De aandeelhouder van de bv had via haar schoonzus de kans gekregen om in een al bestaande telefoonwinkel een onderneming te starten en de in die winkel aanwezige inventaris over te nemen. Vanwege de familiaire relatie en het feit dat de schoonzus een ervaren onderneemster is, mocht de aandeelhouder erop vertrouwen dat de overdragende bv de leverancier van de inventaris was. Dit staat ook in de ‘overeenkomst verkoop activa’. Daarbij geldt dat de inspecteur niet mag eisen dat de bv bij de aankoop van de inventaris dusdanig ingewikkelde controles moet uitvoeren naar haar leverancier, waardoor de controletaken van de inspecteur in feite naar haar worden doorgeschoven

Ook de verklaring van de aandeelhouder van de bv dat de contante betaling is gefinancierd uit de opbrengsten van twee door de bv georganiseerde feesten, acht het hof geloofwaardig. Het is een Chinese traditie om tijdens feesten zogenoemde ‘rode enveloppen’ te geven die vrijwel altijd geld bevatten. Het is aannemelijk dat de aandeelhouder daarmee de inventaris heeft betaald.

Op grond van het bovenstaande oordeelt het hof dat de inspecteur de aftrek van voorbelasting op de winkelinventaris ten onrechte heeft geweigerd.