Btw-correctie privégebruik auto blijft niet beperkt tot eigen bijdragen
Een werkgever stelt aan enkele werknemers bestelauto's ter beschikking. Twee werknemers betalen een eigen bijdrage van € 100 per vier weken voor het privégebruik van de bestelauto's. De werkgever neemt deze eigen bijdragen als basis voor de berekening van de verschuldigde btw over het privégebruik. De eigen bijdragen voor het privégebruik zijn ongebruikelijk laag en moeten daarom voor de berekening van de btw-correctie worden verhoogd naar de normale waarde voor een dergelijke terbeschikkingstelling, oordeelt de Hoge Raad. Maar er is meer aan de hand...
Terugwerkende kracht
In tegenstelling tot de zaak in “Publicatie: Bij ontbreken concrete gegevens volstaat redelijke schatting privégebruik” wordt in de onderhavige zaak wel een vergoeding betaald voor het privégebruik. Die vergoeding is echter ongebruikelijk laag. Sinds 1 januari 2012 wordt in een degelijk geval de vergoeding verhoogd naar de normale marktwaarde. Dat is de vergoeding die een onafhankelijke derde zou vragen voor een dergelijke terbeschikkingstelling. De regeling kreeg echter terugwerkende kracht tot 1 juli 2011, waardoor ook de werkgever in deze zaak met deze regeling te maken kreeg. Hij verzet zich dan ook tegen die terugwerkende kracht, maar de Hoge Raad staat dit toe, omdat de wetswijziging al in juni 2011 was aangekondigd.
Leaseauto’s versus auto’s in eigendom
Er is in deze zaak nog een derde geschilpunt. De werkgever vindt namelijk ook dat leaseauto’s fiscaal anders worden behandeld dan auto’s die een werkgever in eigendom heeft. Volgens de Hoge Raad is daarvan geen sprake. Er wordt btw geheven over zowel het privégebruik van leaseauto’s als over het privégebruik van auto’s die eigendom zijn van de werkgever. Alleen de wijze waarop die heffing plaatsvindt, verschilt. Maar dit onderscheid is niet in strijd met het neutraliteitsbeginsel in de Btw-richtlijn.