Wat wordt het alternatief voor de uitgestelde btw-verhoging?
Het kabinet zoekt nog steeds naar een alternatief dat de btw-derving van € 1,2 miljard moet dekken. Onlangs werd een verhoging van het algemene btw-tarief van 21% naar 21,4% voorgesteld. Daarop werd zowel vanuit het bedrijfsleven als vanuit de Kamer negatief gereageerd. Ook een voorstel om het lage btw-tarief af te schaffen voor bepaalde categorieën hoeft niet op veel steun te rekenen. Eind vorige week stuurde staatssecretaris Van Oostenbruggen de mogelijke alternatieve btw-maatregelen in een brief naar de Tweede Kamer. Opvallend is dat hij nu ook als alternatief één uniform btw-tarief noemt.
Een uniform btw-tarief zou kunnen worden gerealiseerd door een verhoging van het verlaagde btw-tarief voor alle producten die daar onder vallen, behalve voedingsmiddelen. Een dergelijk uniform tarief kan volgens de staatssecretaris niet in één keer worden ingevoerd. Daarom stelt hij een eerste stap voor om voor bepaalde categorieën tijdelijk een nieuw middentarief in te voeren naast het verlaagde en het algemene btw-tarief. Dit zou niet eerder dan in 2027 kunnen worden ingevoerd. Per 1 januari 2026 is er echter al een budgettair gat, dus zal het – naast de invoering van een middentarief in 2027 – per 2026 toch nodig blijven om een verhoging in te voeren van het verlaagde of algemene btw-tarief. De staatssecretaris streeft ernaar om vóór 1 juli 2025 met een wetsvoorstel te komen. Verder geeft hij aan dat als er geen alternatief wordt gevonden, de btw-verhoging op cultuur, media en sport alsnog per 1 januari 2026 wordt ingevoerd.