Vergrijpboete bij inkeer toch verlaagd

Regelmatig meldt een belastingplichtige bij ons dat hij in het verleden een onjuiste aangifte inkomstenbelasting heeft gedaan en nu schoon schip wil maken. Ook al is boetevrije inkeer al een tijdje niet meer mogelijk. De belastingplichtige wil dan inkeren vanwege verzwegen inkomen of omdat niet alle bezittingen zijn aangegeven in box 3. Zo’n inkeer of vrijwillige verbetering is voor de boeteoplegging altijd een strafverminderende omstandigheid. Toch kan er nog een geschil ontstaan met de Belastingdienst over de boetehoogte. Het loont vaak om in bezwaar en beroep te komen tegen een opgelegde fiscale boete, zo blijkt uit een recent gepubliceerde uitspraak van Rechtbank Gelderland.
De belastingplichtige in die zaak is een Italiaan die tot en met juli 2010 als expat gebruik heeft gemaakt van de lucratieve 30%-regeling uit de loonbelasting. Bijkomend voordeel van die regeling is dat zolang je die mag toepassen, tegoeden op buitenlandse bankrekeningen niet in de aangifte in box 3 hoeven te worden aangegeven. Maar omdat dat vanaf 2010 wel had gemoeten, heeft hij zich in 2021 als inkeerder gemeld bij de fiscus. Omdat er sprake is van grove schuld, heeft de inspecteur vergrijpboetes opgelegd tot per saldo 60% van de niet-betaalde belasting naar een totaalbedrag van meer dan € 170.000. Daarbij is al rekening gehouden met matiging van 40% vanwege de vrijwillige verbetering.
Te lichtvaardig gehandeld
De rechtbank oordeelt dat deze Italiaanse consultant te lichtvaardig aangenomen heeft dat hij, ook na afloop van de begunstigende 30%-regeling, zijn buitenlandse box-3-vermogen niet hoefde aan te geven. Dit terwijl in de handleiding bij de aangifte uitdrukkelijk staat vermeld dat dit wel moet. Hij had – gelet op de omvang, (geografische) spreiding én het aflopen van een complexe, begunstigende regeling – deskundige hulp moeten inroepen bij het doen van aangifte. Door dit na te laten, heeft hij zo lichtvaardig gehandeld dat er sprake is van een in laakbaarheid aan opzet grenzende mate van verwijtbaarheid. De rechtbank vindt dat de inspecteur wel grove schuld heeft doen blijken, maar ook dat er sprake is van een wanverhouding tussen de ernst van het begane vergrijp en de opgelegde boetes. Zij vermindert de boetes daarom naar een totaal van € 50.000.
Tip
De inspecteur die een boete oplegt kijkt vaak anders naar een boete dan een collega die een bezwaar behandelt, of een belastingrechter aan wie in beroep om een oordeel gevraagd wordt. Vraag daarom altijd advies als er een aanslag met boete is opgelegd aan je cliënt.